dinsdag 22 april 2008

Beugels en bruggetje


Vanochtend zat ik in een overvolle trein en moest me daarom noodgedwongen nestelen op een bankje op het balkon. In Amersfoort kwam een man naast me zitten, ik schat een jaar of veertig. We raakten aan de praat over het reizen in het openbaar vervoer. Het was me al opgevallen dat hij een beugel droeg. Het werd nog eens bevestigd door een terloopse opmerking dat hij deze week bij de orthodontist geweest was. Ik moest denken aan mijn collega Harry, ook al midden veertig die zijn beugel onlangs "uit" mocht. Mannen van middelbare leeftijd met een beugel, spookte het door mijn hoofd, zou het een nieuwe trend zijn. Ik repte ooit al over de bodytrimmer en de ontharingsgolf bij mannen maar nu kwam ook de gebitsregulatie binnen. Cosmetische ingrepen bij de mannen van mijn, nou ja iets jongere, leeftijd lijken gemeengoed te worden. De orthodontisten hebben niet meer genoeg aan de jonge pubermarkt maar strekken hun klauwen even machtig uit naar de volwassenen. "Een gezonde geest in een mooi lichaam", om maar een van de slogans van de turnbeweging, waarin ik ooit verkeerde, te parafraseren. Net zoals bij wellicht te begrijpen cosmetische ingrepen als te grote of heel erg kleine borsten, een overbite of centenbak van hier tot Markelo, verlegt de grens zich en de laat zich de vraag stellen of je die wel kunt bepalen. Schoonheidsidealen zijn van alle tijden. Grote mannen met beugels het is even wennen. Nog even en je bent een loser met je scheve bek.
Denkend aan beugels, en nu komt het bruggetje, moest ik denken aan Grolsch-beugelflessen. 'n Grollemenneke, noemde mijn vader ze liefkozend. En als hij ze in een glas uitschonk maakte hij een "witpetje". Voor mij zijn die Grolsch-flesjes, ik tast nu in de koektrommel van mijn geheugen, verbonden met onze bezoeken aan de motorcross in - alweer- Markelo. Rond de Leemkuil was een fraai parcours waarop in mijn jeugd Europese en Wereldkampioenschappen werden verreden in pakweg de 125 en 500 cc klasse. De stem van Henk Timmer schalde door de opgestelde luidsprekers. Met mijn broer en vader verkenden we het parcours en zochten naar een plek waarin we crossers goed konden zien. Zonder proviand ging zo'n dag niet. Een plastic box met harde eieren, boterhammen in zilverpapier (hoezo aluminiumfolie) en twee Grolsch Beugelflesjes. Een voor Pa, met bier, en 1 voor ons gevuld met chocolademelk van Nutricia. Het lawaai van aanstormende motoren en de geur van benzine en uitlaatgassen in het fraaie bos op de Herikerberg. We genoten met volle teugen, echt oosters plattelandsgevoel, waarin de motor zo'n bevrijdende rol speelt.
Maar dat lawaaiig en geurend door de bossen crossen kan nu natuurlijk niet meer door de beugel. Daar zetten we liever onze tanden in.


(P.S. aanvullend bruggetje: In 1977 won Gerrit Wolsink, zie foto, de kampioenschappen in Markelo. Dertien jaar later zat ik mij hem in de tandartsstoel in Lochem. Gewoon "trekken" was toen nog het devies.)

Geen opmerkingen: