zaterdag 3 mei 2008
Grande Galerie
Een museum vol opgezette dieren. Je zou er haast een partij tegen oprichten. Op verjaardagswens van Coos bezochten we het "Musee National d'Histoire Naturelle", gelegen aan een van de uiteinden van de Jardin des Plantes (we zijn nog steeds , al duurde het een dikke dag, in Parijs). Er was ons een soort evolutionaire optocht op de affiches beloofd, doch binnen bleek het een bonte verzameling van allerlei geprepareerde dieren te zijn. (Ik moest even denken aan Frank Westermans "El Negro" waarin hij de gang van zaken rond de laatste opgezette neger beschrijft. Waarom wel dieren en geen mensen ? bedacht ik me in Thieme-termen. ) Het gebouw, waarin de Grande Galerie de l'Evolution te zien was, was van een indrukwekkende pracht. Zo bouwde men toen musea waarin men echt wat kwijt kon. Gelambrizeerd van top tot teen, mooi ijzerwerk van binnen en een bijzonder licht doorlatend dak. Het hele gebouw is nogal donker gehouden omdat teveel lichttoetreding de opgezette beestenvelletjes doet verkleuren. Sommige zalen zijn zelfs duister en daarin zijn alleen de details uitgelicht. Dat leverde het beeld van dit aapje op. Intrigerend om te ervaren wat de mens zoal niet verzameld heeft om de natuur en zijn geschiedenis te doorgronden. Observeren, vergelijken, categoriseren, het museum laat je "the basics of science" als het ware voelen. Wetenschappelijke nieuwsgierigheid, koloniale hebzucht en decoratieve waarde vermengen zich in dit museum op wonderbaarlijke wijze. Een elixer van wat we zoal najagen.
vrijdag 2 mei 2008
Gehandicaptenhummer
Ooit wist ik na het overlijden van Cor geld terug te krijgen voor een gehandicaptenparkeerkaart. En sindsdien ga je onwillekeurig op die kaarten letten. Enkele maanden geleden stapte ik mijn kantoor uit en even verder op stond een Hummer geparkeerd. In de verte zag ik als iets blauws schemeren achter de ramen. Dichterbij gekomen bleek het inderdaad een invaliden-parkeerkaart. Je ziet invaliden in van die scootmobiels en van die kleine autootjes die maar 40 mogen en een bromfietskenteken hebben. Deze invalide had het duidelijk beter voor elkaar. Zou zo'n kaart ook aan geestelijk gehandicapten worden afgegeven, vroeg ik me nog wel af.
donderdag 1 mei 2008
Extra Dimensie
We waren ´s middags in Parijs aangekomen. Onmiddellijk de achter ons hotel gelegen Montmartre beklommen en daarna leuk uit eten in een wijketablissement. De dames waren vermoeid van reis en eerste stadsindrukken. Ik ging er om half tien nog met de mannen op uit, de metro in en naar de Arc de Triomphe. Deze was nog open en we klommen de paar honderd treden kwiek omhoog. Bovengekomen kraaiden de jongens het uit van bewondering en plezier. Hier lag de lichtstad aan hun voeten. Bart, die al wat had lopen mokken over dat het rond ons Hotel geen echte stad was met al die kleine straatjes, bloeide op. En meer dan enthousiast riep hij bij een blik op de Champs Elysees uit:"Dit is net 3D" Ik zei:" dit is niet net 3D, dit is 3D`, maar dat ontging Bart, die de wereld als het ware door zijn computerscherm beschouwd, toch totaal.
zaterdag 26 april 2008
Antroponymie
Coos heeft ooit van ons een abonnement op Kidsweek gekregen. Opdat ze een beetje bijblijft en zich op jeugdige leeftijd verdiept in het nieuws. Deze week was de krant voorzien van een bijlage, het vijfjarig bestaan werd gevierd met een interviewreeks van kinderen van Bekende Nederlanders. De begeleidende foto's, uiterlijken en kleding van BN'ers en hun kinderen vertoonden opvallend veel gelijkenis. Zonder Hans Ubbink-bloes of colbert doe je als BN'er niet mee. De grachtengordelgeur ademt je vanaf alle pagina's tegemoet, Nouvelle Bourgeoisie.En je kinderen een aardige naam geven dat lijkt het ultieme doel van de BN'er. Moos en Moon van Leon en Jessica, Splinter en Storm van Chabot, van dat soort namen. Antonie en Isa maakten het met hun eerste, Merlijn, nog niet zo bont. Maar hun jongste dochter hebben ze “Vlinder” genoemd. Coos reageerde ad rem en met een flinke dot ironie in haar stem. “Hallo Vlinder, ik ben Lieveheersbeestje”.
Bij “Het Bureau”, het Meertens Instituut, doet men serieus aan naamkunde. En waar het persoonsnamen betreft heet dat officieel de Antroponymie. Ik citeer een passage uit hun wetenschappelijke voorlichting: Het naamkundig onderzoek op het Meertens Instituut concentreert zich op aspecten waarin synchrone variatie aanwijsbaar en relevant is. Op het gebied van voornamen richt de aandacht zich onder meer op de motieven - in het bijzonder de invloed van idolen - en de esthetische normen bij de tegenwoordige naamkeuze, en op naamgeving bij etnische minderheden.
De invloed van Idolen, ja we zijn terug bij de BN'ers. Ik heb een aanvullende onderzoeksopdracht voor het Meertens Instituut. Zouden we ons bij naamgeving ook laten beinvloeden door de namen die idolen aan hun kinderen hebben gegeven ? Zo ja dan zie ik in de nabije toekomst nog veel meer Vlinders vliegen.
(het abonnement op Kidsweek wordt in heroverweging genomen)
Bij “Het Bureau”, het Meertens Instituut, doet men serieus aan naamkunde. En waar het persoonsnamen betreft heet dat officieel de Antroponymie. Ik citeer een passage uit hun wetenschappelijke voorlichting: Het naamkundig onderzoek op het Meertens Instituut concentreert zich op aspecten waarin synchrone variatie aanwijsbaar en relevant is. Op het gebied van voornamen richt de aandacht zich onder meer op de motieven - in het bijzonder de invloed van idolen - en de esthetische normen bij de tegenwoordige naamkeuze, en op naamgeving bij etnische minderheden.
De invloed van Idolen, ja we zijn terug bij de BN'ers. Ik heb een aanvullende onderzoeksopdracht voor het Meertens Instituut. Zouden we ons bij naamgeving ook laten beinvloeden door de namen die idolen aan hun kinderen hebben gegeven ? Zo ja dan zie ik in de nabije toekomst nog veel meer Vlinders vliegen.
(het abonnement op Kidsweek wordt in heroverweging genomen)
donderdag 24 april 2008
Onvermogen
Gisteren kopte NRC dat de Nederlandse beleggers de afgelopen tijd, vanwege de kredietcrisis, 83 miljard euro hebben verloren. Ik vind dat fantastisch. Beleggen is lui geld verdienen. Je hoeft er niks voor te doen en niks voor te kunnen. Alleen een boel geld hebben. Ik kom uit een middenstandsgezin waarin ondernemen vanzelfsprekend was, geld werd niet belegd maar geinvesteerd. Er werd mee ondernomen. Niet zielig achter een schermpje zitten staren hoe de koersen zich ontwikkelen, geen couponnetjes knippen en aandelhoudersvergaderingen bezoeken. Maar de handen uit de mouwen, creatief en enthousiast.
De hele financiele sector is windhandel. En er worden steeds ander geurende windjes uitgevonden om beleggers tevreden te stellen en te lokken. Casinokapitalisme, de beleggers die zoeken naar steeds hogere rendementen voor hun rottende kapitaaltjes, het is de motor achter alle financiele constructies waaraan de financiele sector nu bezwijkt. Ingewikkelde verzinsels die meer te maken hebben met een loterij, een pyramidespel, dan met geld steken in kansrijke ondernemingen, duurzaam produceren of interessante innovaties. Het tij kan alleen maar keren door internationaal dit soort constructies rigoureus te verbieden. De kredietcrisis laat het onvermogen van het marktkapitalisme zien. Wanneer daar louter de beleggers de dupe van worden steek ik de vlag uit. Het zal wel worden afgewenteld op de onderste laag van de pyramide. Business as usual.
De hele financiele sector is windhandel. En er worden steeds ander geurende windjes uitgevonden om beleggers tevreden te stellen en te lokken. Casinokapitalisme, de beleggers die zoeken naar steeds hogere rendementen voor hun rottende kapitaaltjes, het is de motor achter alle financiele constructies waaraan de financiele sector nu bezwijkt. Ingewikkelde verzinsels die meer te maken hebben met een loterij, een pyramidespel, dan met geld steken in kansrijke ondernemingen, duurzaam produceren of interessante innovaties. Het tij kan alleen maar keren door internationaal dit soort constructies rigoureus te verbieden. De kredietcrisis laat het onvermogen van het marktkapitalisme zien. Wanneer daar louter de beleggers de dupe van worden steek ik de vlag uit. Het zal wel worden afgewenteld op de onderste laag van de pyramide. Business as usual.
dinsdag 22 april 2008
Beugels en bruggetje
Vanochtend zat ik in een overvolle trein en moest me daarom noodgedwongen nestelen op een bankje op het balkon. In Amersfoort kwam een man naast me zitten, ik schat een jaar of veertig. We raakten aan de praat over het reizen in het openbaar vervoer. Het was me al opgevallen dat hij een beugel droeg. Het werd nog eens bevestigd door een terloopse opmerking dat hij deze week bij de orthodontist geweest was. Ik moest denken aan mijn collega Harry, ook al midden veertig die zijn beugel onlangs "uit" mocht. Mannen van middelbare leeftijd met een beugel, spookte het door mijn hoofd, zou het een nieuwe trend zijn. Ik repte ooit al over de bodytrimmer en de ontharingsgolf bij mannen maar nu kwam ook de gebitsregulatie binnen. Cosmetische ingrepen bij de mannen van mijn, nou ja iets jongere, leeftijd lijken gemeengoed te worden. De orthodontisten hebben niet meer genoeg aan de jonge pubermarkt maar strekken hun klauwen even machtig uit naar de volwassenen. "Een gezonde geest in een mooi lichaam", om maar een van de slogans van de turnbeweging, waarin ik ooit verkeerde, te parafraseren. Net zoals bij wellicht te begrijpen cosmetische ingrepen als te grote of heel erg kleine borsten, een overbite of centenbak van hier tot Markelo, verlegt de grens zich en de laat zich de vraag stellen of je die wel kunt bepalen. Schoonheidsidealen zijn van alle tijden. Grote mannen met beugels het is even wennen. Nog even en je bent een loser met je scheve bek.
Denkend aan beugels, en nu komt het bruggetje, moest ik denken aan Grolsch-beugelflessen. 'n Grollemenneke, noemde mijn vader ze liefkozend. En als hij ze in een glas uitschonk maakte hij een "witpetje". Voor mij zijn die Grolsch-flesjes, ik tast nu in de koektrommel van mijn geheugen, verbonden met onze bezoeken aan de motorcross in - alweer- Markelo. Rond de Leemkuil was een fraai parcours waarop in mijn jeugd Europese en Wereldkampioenschappen werden verreden in pakweg de 125 en 500 cc klasse. De stem van Henk Timmer schalde door de opgestelde luidsprekers. Met mijn broer en vader verkenden we het parcours en zochten naar een plek waarin we crossers goed konden zien. Zonder proviand ging zo'n dag niet. Een plastic box met harde eieren, boterhammen in zilverpapier (hoezo aluminiumfolie) en twee Grolsch Beugelflesjes. Een voor Pa, met bier, en 1 voor ons gevuld met chocolademelk van Nutricia. Het lawaai van aanstormende motoren en de geur van benzine en uitlaatgassen in het fraaie bos op de Herikerberg. We genoten met volle teugen, echt oosters plattelandsgevoel, waarin de motor zo'n bevrijdende rol speelt.
Maar dat lawaaiig en geurend door de bossen crossen kan nu natuurlijk niet meer door de beugel. Daar zetten we liever onze tanden in.
(P.S. aanvullend bruggetje: In 1977 won Gerrit Wolsink, zie foto, de kampioenschappen in Markelo. Dertien jaar later zat ik mij hem in de tandartsstoel in Lochem. Gewoon "trekken" was toen nog het devies.)
donderdag 17 april 2008
Emothermografie
In de krant stond een "infraroodfoto" van de daken van Nijmegen. Met behulp van dakthermografie kan zo vanuit de lucht worden bekeken welke gebouwen veel dan wel weinig warmte via het dak verliezen. De milieu-big-brother komt overvliegen.
Nog even en de infraroodcamera toont aan dat ik te weinig empathie uitstraal.
Nog even en de infraroodcamera toont aan dat ik te weinig empathie uitstraal.
Abonneren op:
Posts (Atom)